woensdag 24 september 2014

Herfst Schmerfst

Met de vriendschap tussen de herfst en mij wil het niet echt lukken. Zo ergens halverwege september begin ik irritatie te voelen over de onverbiddelijkheid waarmee de herfst de zomer verdrijft. De eerste keer dat ik mijn teenslippers noodgedwongen verwissel voor een paar hoge laarzen doet altijd een beetje pijn. De komst van de herfst herinnert me er ook altijd aan dat mijn aartsvijand, de winter, alweer om het hoekje loert. Oké, dat laatste is misschien een beetje pessimistisch, maar een rasoptimist als ik mag ook haar duistere kant hebben, toch?

Leuk hoor, die verkleurende bladeren aan de bomen. En ik wil best een keer Oh en Ah roepen bij een felrode vliegenzwam, maar ik hou niet van kapselverwoestend weer. Ik hou er niet van om doorweekt met de pandabeerlook (mascara tot halverwege mijn wangen) op kantoor te komen en een kruisspin in mijn haar zodra ik de deur uitstap vind ik niet grappig. Herfst is stom. Ik heb begrip voor de spoorwegmaatschappijen; ik zou zelf ook bijna vierkante wielen krijgen van de herfst!

Terwijl ik dit schrijf slaat de regen tegen de ruiten. De takken van een uit de kluiten gewassen vlinderstruik -inmiddels zonder vlinders, want rotweer- zwiepen heen en weer in de wind. Binnen is het zo donker dat ik de toetsen van mijn laptop bijna niet meer kan zien. Ik knip een lampje aan, terwijl het half tien 's ochtends is. Ik zucht. Waarom moet het toch elk jaar opnieuw herfst worden?

Zoals altijd wanneer ik in een -voor mij ongebruikelijke- dip schiet, kom ik daar héél snel weer uit met behulp van voedsel. Want het is niet alleen kommer en kwel in de herfst. De herfst is een periode van overvloed. Rijp fruit, pompoenen, paddenstoelen... Het is de tijd van stoofschotels, appeltaarten en bramenjam. Wie kan chagrijnig blijven als het huis zich vult met de geur van stoofpeertjes in rode wijn, kaneel en kardemom?  Of van pompoensoep met lekker veel knoflook en zachte geitenkaas? Ik niet. Zoals ieder jaar komen de herfst en ik tot een staakt het vuren. Uiteindelijk haal ik mijn schouders op over het slechte weer en de kortere dagen. De herfst geeft mij in ruil daarvoor een enorme berg lekker eten.

Eén van de leukste dingen om op een druilerige herfstdag te doen, is zelf pasta maken. Een gevulde pasta met paddenstoelen én blaadjes die eruitzien alsof ze zo van de boom je bord ingewaaid zijn. Veel herfstiger kan het niet! Omdat ik weet dat ik niet de enige ben met herfstissues, zal ik mijn recept met jullie delen. Neem er de tijd voor, buiten is het toch koud en guur.


Gevulde pasta met salie en paddenstoelen (2 personen)




















Wat heb je nodig?

Pastadeeg (Gebruik bijvoorbeeld dit recept)

Voor de vulling:
Een zakje gedroogd eekhoorntjesbrood
Een bakje ricotta
40 gram Parmezaanse kaas, geraspt
Een eidooier

Voor de salieboter:
Een handje verse salieblaadjes
200 gram boter (Ja echt, zo veel. En wel échte boter gebruiken. Je bikini of speedo hoef je voorlopig toch niet aan.)
150 gram gemengde paddenstoelen.  (Het is zonde om het bij saaie champignons te houden)

zout & peper
Nog meer Parmezaan

Hoe maak je het?

Begin met het weken van de gedroogde paddenstoelen. Doe ze in een kom en overgiet ze met heet water. Terwijl de paddenstoelen langzaam zacht en smakelijk worden ( ja echt, laat je niet afschrikken door de geur van hondenbrokken, ze worden écht heel lekker. Trust me!) kun je een glas rode wijn inschenken en beginnen aan het pastadeeg.

Als het deeg klaar is maak je de vulling. Knijp de geweekte paddenstoelen uit en hak ze fijn. Meng dit met de ricotta, de eidooier en de Parmezaanse kaas. Breng op smaak met zout en peper.

Dan is het tijd voor het leuke werk. Maak met behulp van een pastamachine of een deegroller dunne lappen van het deeg. Zorg ervoor dat dun ook echt dun is, anders wordt het een taaie hap. Steek rondjes uit het deeg. Hier heb je speciale stekers voor, maar een groot wijnglas werkt ook prima. Leg op elk rondje een klein beetje vulling in het midden. Je kunt ervoor kiezen de deegrondjes vervolgens gewoon dubbel te vouwen en de randen goed aan te duwen, maar als je iets oogverblindends op tafel wilt zetten, kun je er Culurzones van maken. Deze gevulde pasta zie je veel op Sardinië. De vorm heeft veel weg van een korenaar. Hoe toepasselijk in deze tijd van het jaar! Waar je ook voor kiest, door de gevulde pasta met wat bloem te bestuiven voorkom je dat ze aan elkaar vast blijven plakken.

Doe de boter in een steelpannetje en laat het smelten op een laag vuur. Doe de salieblaadjes (ongesneden)  en de paddenstoelen (grote exemplaren snij je in stukjes, kleintjes laat je heel) in de boter en laat dit zachtjes pruttelen tot de boter een lichtbruine kleur krijgt. Draai het vuur dan uit.

Zet ondertussen een grote pan met water en zout op. Kook hierin voorzichtig de pasta. Dit hoeft maar kort, als ze boven komen drijven zijn ze gaar.

Verdeel de pasta over de borden en schep de salieblaadjes en paddenstoelen uit de boter, over de pasta. Tot slot sprenkel je nog wat boter over de pasta (wees royaal, het is herfst) en bestrooi met nog wat grof geraspte Parmezaan.

Ik garandeer je dat het de moeite meer dan waard is. De nootachtige smaak van de boter, de rijke, zachte smaak van de pastavulling en dan die knapperige salieblaadjes...

Echt, als ik dit maak, zijn de herfst en ik héél even beste vriendjes.









vrijdag 19 september 2014

Niets.

Zes weken.
Ik lig inmiddels zes weken in mijn nest. Goed, inmiddels waggel ik ook wat in en om het huis, maar het grootste deel van de dag lig ik in mijn geleende seniorenbed voor meubelstuk te studeren.

Eén van de eerste dingen die ik me voornam toen ik me realiseerde dat ik wel eens Heel Lang de pineut zou kunnen zijn, was heel veel schrijven. Helaas werkt het niet zo. Om iets leuks te kunnen schrijven, moet ik dingen meemaken. En momenteel is het spannende hoogtepunt van de week het moment dat één van mijn katten een muis opvreet onder mijn raam. Best heel intrigerend en bloederig, maar niet enerverend genoeg om een stukje over te schrijven. Hoewel, ik las dat er sprake is van een muizenplaag in Friesland. Als ik lang genoeg wacht is er sprake van genocide. Dat is wellicht de moeite waard om over te schrijven.

Tot die tijd is mijn leven tamelijk saai. Natuurlijk krijg ik zo nu en dan visite. Dat vind ik heerlijk en ik waardeer het enorm dat er met enige regelmaat iemand aan mijn voeteneinde plaatsneemt, maar ook dat is geen stof voor een leuk stukje. Ik zou het zelf ook niet op prijs stellen als ik na een ziekenbezoek de door mij en de patiënt besproken roddels terug zou lezen op zijn of haar weblog.

Ik zou kunnen vertellen over mijn pogingen mijn been te buigen. Voor de meeste mensen een vanzelfsprekendheid, voor mij een opgave die qua moeilijkheidsgraad overeenkomt met het geblinddoekt invullen van de belastingaangifte met een benzinestift. (Nooit geprobeerd, maar lijkt me een uitdaging.) Ik zou daarbij kunnen uitweiden over hoe het voelt alsof een uit de kluiten gewassen sumoworstelaar zijn hele gewicht in de strijd gooit om te voorkomen dat ik mijn been buig. Waarbij ik me meteen zou afvragen wat het die sumoworstelaar in 's hemelsnaam kan schelen of ik mijn been al dan niet buig. Uiteraard zou ik de bobbel op mijn knie, veroorzaakt door de pennen die in mijn knieschijf zijn gepropt, vervloeken, omdat hij zo pijnlijk is. Met andere woorden, dat zou één grote klaagzang worden en wie zit daar nu op te wachten? Ik niet.

Maar goed, waar moet ik dan over schrijven? Misschien weer eens een stukje over Dv4? Over hoe ze gisteren vertelde over Juf Miss Sarah, die alleen maar Engels sprak, waarschijnlijk omdat ze uit Italië komt? Ik vond dat erg grappig, maar ik ben me bewust van mijn vooringenomenheid, waar het mijn dochter betreft. Ik zou ook best kunnen vertellen over hoe ze aan de schoolarts vroeg, toen ze het overduidelijk zat was: "Zeg dokter, duurt dit nog lang?". Allemaal zaken waar ik vreselijk om moet lachen, maar waarvan ik me afvraag of ik bij jullie de mondhoeken omhoog krijg. Ik vermoed namelijk dat de gedeelde genen ervoor zorgen dat ik nagenoeg alles wat ze doet óf grappig óf oneindig knap vind. Als ik lezers`over wil houden kan ik dit onderwerp dus ook beter links laten liggen.

Ik heb wel eens vaker een stukje geschreven over helemaal niets, dus ik zou ook kunnen vertellen over hoe ik vanmorgen - zonder enige hulp - in mijn rolstoel naar een vriendin ben gereden. Over hoe ik midden op de weg reed, omdat mijn rolstoel anders een afwijking naar rechts vertoonde, waardoor in zomaar onverbiddelijk ondersteboven in de goot zou kunnen belanden, met een beetje fantasie en gevoel voor dramatiek. Gedetailleerd zou ik kunnen beschrijven hoe de spieren in mijn bovenarmen protesteerden toen ik de laatste bocht nam. Ik zou het gevoel van euforie kunnen beschrijven, dat me overspoelde toen ik uiteindelijk  de tuin van mijn vriendin bereikte. Ik zou dat kunnen doen. Een beetje sneu zou het wel zijn, vinden jullie niet?

Ik heb ook nog even met de gedachte gespeeld om te schrijven over mijn buurvrouw die steeds maar weer klaarstaat om me uit de brand te helpen. Over hoe ze Dv4 van school haalt, omdat ik dat niet kan doen. Of over hoe ze me gezellig babbelend in mijn rolstoel naar de buitenschoolse opvang duwde, zodat ik mijn dochter zelf weer eens op kon halen. Ik zou kunnen vertellen over haar engelengeduld toen we samen met Dv4 naar de schoolarts gingen en het vreselijk uitliep. Is allemaal mogelijk, maar aangezien ik haar ook al een standbeeld heb beloofd, lijkt het me een beetje too much.

En dan is er nog de enorme opluchting die ik voelde toen ik eindelijk de deur van het toilet kon sluiten, omdat ik mijn tenen ver genoeg naar me toe kon trekken. Ja Ja! Of het uitglijdenindebadkamerincident. Het piepen van mijn rolstoel, ook zoiets. Stuk voor stuk dingen die mijn bezig houden of hielden. Ik begrijp echter maar al te goed dat ik jullie hiermee niet zal boeien. Ik kom tot de droevige conclusie dat ik jullie echt helemaal niets te melden heb.

Sorry.