woensdag 13 april 2016

De Vouwfietsvrouw

Haar bril lijkt op een fiets. Een zwart frame met grijze fietsbanden. Elke ochtend zit ze op dezelfde plek in de trein. Ik weet dat, omdat ik zelf ook altijd op dezelfde plek tegenover haar in die trein zit. Op het eenpersoons klapstoeltje, omdat ik niemand naast mij blief. 

Haar grijze haar is in een streng kapsel geknipt en ze kijkt ook altijd een beetje pinnig. Misschien heeft ze wel een heel vervelende baan, of een puberzoon die het bloed onder haar nagels vandaan haalt. Er moet wel iets zijn in haar leven waar ze van baalt, want mensen met een leuk leven vouwen hun vouwfiets niet zo driftig op. Zij wel. De vrouw met de fietsbril klapt elke ochtend haar fiets met een ferme klap dubbel. Inmiddels heeft ze al drie keer, behoorlijk hard, mijn schenen geraakt met haar fiets. Dat vindt ze niet zo erg. Wat de wereld haar aandoet, dat is pas erg. Ik denk dat ze dat vindt.

Haar vouwfiets parkeert ze altijd tegen de prullenbakken. Daarna gaat ze op het bankje direct achter de prullenbakken zitten. Het maakt haar niet uit als daar al iemand zit en de rest van de trein leeg is. Ze weet dondersgoed dat treinreizigers niet te vertrouwen zijn en denk dus maar niet dat ze ergens anders gaat zitten. Laatst zaten er twee personen op het bankje. Toen had ze het moeilijk. Ik begrijp dat. Ik vind het ook niet leuk als er iemand op mijn klapstoeltje zit. Je bouwt toch bepaalde rechten op als je altijd op dezelfde plek zit.

Deze morgen zie ik haar niet. Op het bankje achter de prullenbakken zit een jongen een boterham met salami te eten en voor de prullenbakken staat geen vouwfiets. Ik voel een lichte teleurstelling en vraag me af wat er gebeurd kan zijn. Is ze ontslagen, omdat ze haar vouwfiets tegen de schenen van haar baas heeft geramd? Heeft haar puberzoon haar opgesloten in de voorraadkast, omdat ze vergeten is pindakaas te kopen? De scenario’s worden steeds filmwaardiger. Zo gaat dat in mijn hoofd.

Vlak voor vertrek gaan de deuren open en daar komt ze hijgend binnenstormen. Met vouwfiets. Het ding krijgt weer een boze klap en ze ploft neer naast de jongen die net aan zijn tweede boterham begint. “Oef, net op tijd.” zucht ze. En ik glimlach naar haar. Alles is weer zoals het moet zijn. We kunnen vertrekken.

1 opmerking:

  1. 'Heeft haar puberzoon haar opgesloten in de voorraadkast, omdat ze vergeten is pindakaas te kopen?'

    LOL

    BeantwoordenVerwijderen