zondag 16 februari 2014

Chaos

Schoonmaken en opruimen. Een heel stoffig onderwerp, maar aangezien het een terugkerende bron van ergernis is, wil ik het er toch even over hebben.

Er zijn van die mensen bij wie je onverwacht op de stoep kunt staan. Zij krijgen daar geen stress van. Je stapt hun woonkamer binnen en alles is onberispelijk. Als je vervolgens naar de wc gaat in de hoop daar ongerechtigheden aan te treffen kom je bedrogen uit. Alles glimt, het ruikt er naar zwembad en er liggen geen tamponplasticjes náást het prullenbakje. Mocht je in de verleiding komen een keukenkastje open te trekken, dan vallen er geen aangebroken pakken suiker over je heen, maar staat alles keurig op kleur en categorie gesorteerd. Ik vind dit soort mensen een beetje eng. Ze doen 's nachts vast heel verontrustende dingen, in lederen pakjes, met roze pruiken en roomboter. Het moet er toch uit op de één of andere manier?

Ik realiseer me dat mijn wantrouwen vooral veroorzaakt wordt doordat ik het schoonmaakgen ontbeer. Ik heb best wat kwaliteiten. Er zijn zelfs dingen waar ik écht goed in ben, maar schoonmaken en opruimen... nee, dat gaat bij mij niet vanzelf.

Wat er door mij heengaat als ik onverwacht visite krijg, dat laat zich gemakkelijk samenvatten. Helemaal als de visite tot de hierboven beschreven categorie behoort. Ik voel dan Blinde Paniek. Ik overweeg even om achter de bank te gaan liggen. Vervolgens zie ik de plukken kattenhaar die daar liggen en schrap die mogelijkheid. In de tien seconden die ik het kan rekken voor ik de deur toch echt open moet doen, kan ik het niet toonbaar maken. Ik moet mijn rug rechten en doen alsof het de bedoeling is. Hier woont een creatieve geest. Bij creativiteit hoort chaos, deal with it!

Toch jammer dat het niet zo werkt. Toch jammer dat ik me vanaf het moment dat ik de deur open vreselijk geneer. Dat ik elke kattenbakkorrel op de vloer registreer (dan ineens wél!), dat ik iedere dot spinrag aan het plafond vanuit mijn ooghoek zie hangen (dan ineens wél!)en dat ik niets anders doe dan me verontschuldigen voor de rommel.

Het komt ook wel eens voor dat ik net heb opgeruimd en schoongemaakt als er onverwacht iemand langskomt. De blik van oprechte verbazing die ik dan zie, of zelfs het compliment dat ik in ontvangst kan nemen, is misschien nog wel erger dan iemand ontvangen in een rommelige ruimte. Men kent mij en mijn huisgenoten.

Toen ik zwanger was van mijn dochter keek ik enorm uit naar de nesteldrang die men mij beloofde. Ik stelde me voor dat ik ineens wakker zou worden met een onstuitbare opruimdrang. Dat ik behoefte zou krijgen om alles in mijn huis glanzend en fris achter te laten na een soort wervelwindactie.

Allereerst had ik me moeten realiseren dat wervelwindacties en een buikomtrek van één meter twintig niet samengaan. Daarnaast bleef die drang gewoon uit. Het enige wat ervoor zorgde dat mijn huis kort voor de bevalling enigszins smoelde, was de schaamte die ik voelde tegenover de kraamhulp die zich in mijn huis zou bewegen.

Toen dochterlief zich aandiende, zag alles er behoorlijk schoon en netjes uit. Ik had het uit mijn tenen gehaald, zo zonder die beloofde nesteldrang, maar het was gelukt. Een dag na de geboorte lag ik mijn bed met mijn baby op mijn buik te genieten van mijn opgeruimde omgeving, toen de kraamhulp binnenkwam met een stapel frisgewassen en gestreken (!!) kleding. Wat héérlijk, dacht ik nog. Tot ze mijn kledingkast opentrok. K*t, daar komt zo'n kraamhulp natuurlijk ook! Mijn kleding viel in een grote lawine naar buiten en niemand heeft ooit nog iets van de kraamhulp gehoord. Zonde, het was zo'n aardig meisje...

2 opmerkingen:

  1. Goed. Dat worden dus twee boeken. *maakt kleding schoon na onbeheerste lachbui*

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik hóór je het ook zeggen. ...K*t!
    Misschien moet je toch eens mee naar die beurs in februari.
    *proest*

    BeantwoordenVerwijderen